Menu

Ondernemingen in moeilijkheden: tijdelijke maatregelen coronacrisis

Om ondernemingen in moeilijkheden tegen de coronacrisis te beschermen, kondigde de overheid eerder al een tijdelijk faillissementsmoratorium af. Deze bood bescherming aan ondernemingen tegen beslag op hun roerende goederen en dagvaarding in faillissement of gerechtelijke ontbinding. Sinds 1 februari 2021 is dit moratorium afgelopen. (Meer info: lees hier)

Tijdelijke wettelijke bescherming voor ondernemingen in moeilijkheden

In de plaats van dit moratorium te verlengen, voerde de federale regering nieuwe maatregelen in, in het kader van de procedure van gerechtelijke reorganisatie, om ondernemingen in moeilijkheden extra te beschermen. Deze nieuwe maatregelen/aanpassingen zijn van kracht sinds 26 maart 2021. Ze zijn slechts tijdelijk en zullen grotendeels weer buiten werking treden op 30 juni 2021. Een verlenging van de termijn blijft wel mogelijk.

Hieronder bespreken we de drie belangrijkste maatregelen voor ondernemingen in moeilijkheden.

Nieuwe maatregelen voor ondernemingen in moeilijkheden tijdens coronacrisis

Verlenging handelsonderzoek

De eerste wijziging betreft de verlenging van de duur van het handelsonderzoek door de kamer van ondernemingen in moeilijkheden. Als er een rechter-verslaggever wordt aangesteld, dan wordt de termijn van vier maanden verlengd naar acht maanden en met mogelijkheid tot verlenging tot tien maanden.

Wordt het onderzoek gevoerd door de kamer zelf, dan wordt de termijn van acht maanden verlengd naar achttien maanden. De hoofdtaak van deze kamer is het starten van een onderzoek wanneer zij vaststelt dat een onderneming kampt met financiële problemen. Het doel van dit onderzoek is om zo spoedig mogelijk in te grijpen bij deze ondernemingen om te vermijden dat zij in een situatie van discontinuïteit zouden belanden.

Versoepeling procedure gerechtelijke reorganisatie

De voorwaarden om toegelaten te worden tot de procedure van gerechtelijke reorganisatie zijn versoepeld. Hiervoor moesten ondernemingen die gebruik wensten te maken van deze procedure een verzoekschrift indienen bij de Ondernemingsrechtbank samen met een aantal wettelijk verplichte stukken “op straffe van niet-ontvankelijkheid”.  Die sanctie van niet – ontvankelijkheid werd als te streng beoordeeld en is nu weggelaten.

Ondernemingen die bepaalde documenten niet bij hun verzoekschrift hebben kunnen/vergeten voegen, mogen deze tot twee dagen voor de zitting neerleggen of kunnen in een nota uitleggen waarom ze deze documenten niet kunnen neerleggen.

Het voorbereidend akkoord

De derde wijziging betreft het zogenaamd ”voorbereidend akkoord”. Een onderneming die kampt met continuïteitsproblemen kan aan de Voorzitter van de Ondernemingsrechtbank vragen om een gerechtsmandataris aan te stellen. Deze gerechtsmandataris zal samen met de onderneming nagaan of een minnelijk of collectief akkoord met de schuldeisers mogelijk is. Op deze manier wordt er al voorbereidend werk verricht met het oog op een latere procedure van gerechtelijke reorganisatie. Het is de bedoeling dat de procedure van gerechtelijke reorganisatie hierdoor vlotter zal verlopen.

De aanstelling van een gerechtsmandataris betekent niet dat de middelen van tenuitvoerlegging (bv: het leggen van beslag) van schuldeisers worden geschorst. De gerechtsmandataris kan echter wel d.m.v. een verzoekschrift op tegenspraak aan de Voorzitter van de Ondernemingsrechtbank vragen om bepaalde voorwaarden en/of termijnen toe te staan voor alle of een deel van de schulden vermeld in dit verzoekschrift. Deze voorwaarden en/of termijnen kunnen de onderneming tot maximaal 4 maanden beschermen tegen de verhaalsmogelijkheden van haar schuldeisers. 

Bent u een onderneming in moeilijkheden of schuldeiser?

Onze experts geven u advies op maat over wat u best doet in deze situatie.

Ontdek hier meer:

Insolventie: faillissement en gerechtelijke reorganisatie

Dit vindt u misschien ook interessant